Als je na de geboorte van je kind regelmatig wordt opgebeld door een moeder die ervaring heeft in het geven van borstvoeding en je bijstaat met een luisterend oor en advies, dan is de kans groot dat je langer borstvoeding geeft. Dit blijkt uit een Australische studie onder meer dan 1200 vrouwen. En dus kan dit wel eens de oplossing zijn om de cijfers over borstvoeding op te krikken. Want veel vrouwen starten enthousiast met het geven van borstvoeding, maar stoppen er om diverse redenen te vroeg mee. De World Health Organization ziet het liefst dat kinderen zeker zes maanden moedermelk krijgen.
RUBY onderzoek
In Australië start een hoog percentage vrouwen met borstvoeding (96 procent), maar slechts 60 procent van de baby’s krijgt na 6 maanden nog borstvoeding, 15 procent krijgt met 5 maanden alleen maar borstvoeding (dus geen andere voeding). Ter vergelijk: in Nederland start 80 procent van de moeders met borstvoeding, na 6 maanden krijgt 39 procent van de moeders nog borstvoeding. Tussen de 11 en 13 procent daarvan krijgt een combi van borst- en flesvoeding. Australië doet het in mijn ogen dus helemaal niet zo slecht, maar insiders vinden dat het beter kan. Het onderzoek werd gehouden door La Trobe University in Melbourne en de Royal Women’s Hospital’s Ringing Up about Breastfeeding EarlY (RUBY). Er waren 230 vrouwelijke vrijwilligers bij betrokken die ervaren waren in het borstvoeding geven. De ene helft van de first time mums kregen de gebruikelijke zorg aangeboden bij thuiskomst na de geboorte, de andere helft werd daarnaast regelmatig opgebeld door een moeder met ervaring in het geven van borstvoeding. De conclusie van het RUBY onderzoek: van de moeders die regelmatig telefonische adviezen kregen gaf 75% na zes maanden nog borstvoeding, vergeleken met 69% in de standaard groep zonder telefonische hulplijn. Toch een verschil van 6%!
Praten met moeders die ervaring hebben met geven van borstvoeding
Om bij de hulptroepen ingedeeld te worden was alleen het feit dat je ervaring had met het geven van borstvoeding niet voldoende. Ze kregen ook een training aangeboden in leren luisteren en inlevingsvermogen. Deze deelnemers waren overigens heel positief over het nieuwe RUBY-programma, dat werd gepubliceerd in EClinicalMedicine. Het hulpprogramma kost weinig en vraagt niet veel inspanning, onderzoekers zijn dan ook van mening dat dit nieuwe model genoeg potentie heeft om wereldwijd uit te rollen.
De crux zit ‘m dus in de mogelijkheid om met iemand te praten als je als jonge moeder zit te worstelen met aanleggen, pijnlijke tepels, wel of niet genoeg drinken, kolven en noem maar op. Een steuntje in de rug dus. Is dit niet precies dit steuntje dat je vroeger kreeg van je moeder, een tante, een zus of vriendin als de kraamzorg was vertrokken?